donderdag 6 maart 2008

PROMO 12 Esther de Graaf


PROMOtekst door Josien Beltman

Sinds haar studie aan de Academie Minerva (2003-2007) maakt kunstenares Esther de Graaf ruimtelijk werk. Ze gebruikt voor haar installaties onder meer bestaande voorwerpen die ze ‘vindt’ in haar omgeving. Maar even goed kunnen diverse ‘materialen’ uitgangspunt voor een werk zijn, waarbij het begrip ‘materiaal’ ruim dient te worden opgevat: dat kan variëren van hout, ijzer en piepschuim tot aan een sinaasappel. De objecten die hieruit ontstaan hebben iets alledaags, maar tegelijkertijd wijken ze ook af van het gangbare, zoals het onderstel van een bureaustoel waarop enigszins onbeholpen een aantal bleke houten plankjes zijn bevestigd. Hoogstwaarschijnlijk bedoeld als zitvlak en rugleuning, maar wie verstandig is zal hier niet snel op plaatsnemen. Of neem de hoge kruk, waarvan de poten bestaan uit vier wankele houten latten. Het zijn een soort antigebruiksvoorwerpen, die door hun fragiliteit een zekere kwetsbaarheid of -wat je wilt- lulligheid uitstralen.

Het werk van De Graaf oogt minimalistisch. De omschrijving ‘droog’ of ‘sec’ is hier zeker op zijn plaats, of zoals ze zelf zegt: het is wat het is. Je ziet een blok hout of stoel en that’s it. Zo bestaat één van haar werken uit drie houten kubussen van verschillende afmetingen. Naast ieder blok ligt een hoopje zaagsel met hetzelfde volume. De link daartussen, namelijk dat het hoopje zaagsel ooit ook een even groot blok hout is geweest, is bijna net zo snel gemaakt als de waarneming ervan. Een blok hout en een hoopje zaagsel: het is wat het is en meer niet. Maar is dat wel zo? Want men zou de stelling ook om kunnen draaien en zeggen: niets is wat het is. Want wat is een stoel? Wat is een tafel? Wat is een blok hout? Iets wat ‘zomaar’ is ontstaan -omdat er op aarde bomen groeien en er dus hout is- of iets wat door iemand is gemaakt? Het zijn in ieder geval zaken waaraan wij mensen de betekenis van stoel, tafel of hout hebben gegeven. Een tafel of blok hout is geen tafel of blok hout omdat ze -toevallig- respectievelijk tafel of blok hout zijn, maar omdat wij dat zo bedacht en afgesproken hebben. Een blok hout kan niet uit zichzelf blok hout zijn, en in de context van een kunstwerk is dat al helemaal onwaarschijnlijk.

De uitspraak van De Graaf, het is wat het is, herinnert ook aan de meest veelzeggende definitie van de Minimal Art, een term die verwijst naar de koele, industrieel vervaardigde beeldhouwkunst uit de jaren zestig. Deze kunstenaars streefden naar een kunst die in formeel opzicht autonoom was en die dus niet verwijst naar iets buiten het object zelf. De kunst van De Graaf is misschien wat vorm betreft simpel en elementair, maar in tegenstelling tot het werk van de minimalisten is het niet absoluut objectief en verre van anoniem. Alleen al het veelvuldig gebruik van hout verwijst naar een persoonlijke voorkeur van de maker. En terwijl bij de onpersoonlijke Minimal Art ‘de hand’ van de kunstenaar totaal is verdwenen, is de kunstzinnige handeling bij het werk van De Graaf latent aanwezig. Bij het kunstwerk met de houten blokken en het zaagsel is de handeling weliswaar niet zichtbaar, maar wel uit het beeld af te lezen. De beschouwer kan zich de inspanning die nodig is om een blok hout tot zaagsel te schuren goed voorstellen!

Ook spreekt uit haar werk een voorkeur voor zogenaamde ‘kantel-momenten’. In sommige van haar objecten schuilt een constante spanning, veroorzaakt door het feit dat ze op het punt lijken te staan om uit elkaar te vallen. De balans blijft nog net gehandhaafd, maar voor hoe lang? Een voorbeeld is een object dat bestaat uit twee blokjes piepschuim die met elkaar verbonden zijn door een ijzeren schanier. Tezamen bungelen ze aan een spijker in de muur. Maar door de onbeholpen constructie en de onevenwichtigheid, die wordt veroorzaakt door het contrast tussen het gewichtsloze piepschuim en de veel zwaardere schanier, lijkt het ieder moment naar beneden te kunnen storten.


Hoewel het op het eerste gezicht zo lijkt, is de kunst van De Graaf zeker niet alleen wat het is. Minstens zo belangrijk is het conceptuele element. Haar ideeën over de vanzelfsprekende relatie tussen mens en object vinden hun weerslag in de bovengenoemde (bureau)stoel, kruk, blokken hout en piepschuimconstructies.

Uit de vraag ‘wat is een blok hout?’ blijkt wel dat zaken die wij vanzelfsprekend vinden eigenlijk helemaal niet vanzelfsprekend zijn. Door het toepassen van gebruiksvoorwerpen en de oorspronkelijke functie daarvan ‘weg te halen’ en te vervangen door iets anders, wil ze deze vanzelfsprekendheid aan de orde stellen. ‘We hebben een bepaalde relatie met objecten. Deze zijn op een bepaalde manier gevormd en vaak zo functioneel mogelijk gemaakt. Ik kijk daar heel feitelijk naar: hoe zit het in elkaar en welke mogelijkheden heeft het?’ Door objecten te ontleden, ze te combineren met andere -vaak contrasterende- materialen of ze anders in te zetten dan men gewend is, krijgt de beschouwer een andere relatie tot het object. De vanzelfsprekendheid verdwijnt en de beschouwer kijkt wellicht met een andere blik naar voor hem bekende voorwerpen of beelden. Deze werking gaat sterk uit van de stellingkast die ze voor haar eindexamen maakte. Op het eerste gezicht is het een ‘gewone’ kast, maar na uitvoerigere beschouwing blijkt deze te zijn gemaakt van een systeemplafond.

Haar werk beweegt zich daarmee regelmatig op de grens tussen kunst en toegepaste vormgeving. Bij het zien van het bureaustoelonderstel met daarop de houten plankjes, is de eerste gedachte al snel ‘stoel’ in plaats van ‘beeldhouwwerk’ of ‘ruimtelijke installatie’. Dit diffuse gebied is ook het terrein waar ze zich tijdens de PROMO-periode op begeeft. In zes weken tijd zal ze 35 nieuwe objecten maken, waarbij ze verder op zoek gaat naar de grens tussen kunst en ontwerp en tussen functionaliteit en functieloosheid. Over het resultaat kan ze aan de vooravond van PROMO nog weinig zeggen, alleen dat ze door de beperkte tijd genoodzaakt is snel te werken, waardoor er weinig tijd is om na te denken, wat wellicht tot nieuwe verrassende resultaten zal leiden.

Geen opmerkingen: